Libra personeelsdiensten


Referentie

"Voor het eerst een medewerker aannemen was voor ons een hele stap. Libra Personeelsdiensten heeft ons succesvol begeleid bij het organiseren van dit traject. "

Vincent Kleine Visual Media



vakantiegeld

Elk jaar kijken de werknemers er weer reikhalzend naar uit: het vakantiegeld. Uiteraard weet u dat u deze toeslag één keer per jaar – meestal in mei – moet uitbetalen.

Bent u ook op de hoogte van de overige regels? Dit artikel geeft een overzicht daarvan.
  
Wat is vakantiegeld?
Iedere werknemer heeft recht op vakantiegeld. Vakantiegeld wordt ook wel vakantiebijslag, vakantietoeslag of vakantie-uitkering genoemd. Eigenlijk is de term 'vakantiegeld' niet de juiste term. Deze term is namelijk officieel gereserveerd voor de loondoorbetaling tijdens vakantiedagen. Als er echter over vakantiegeld wordt gesproken, wordt vrijwel altijd de jaarlijkse vakantiebijslag bedoeld. Een werknemer krijgt in principe 8% van zijn brutojaarloon als vakantiegeld uitgekeerd. Dit is opgenomen in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WMM).
 
 In de cao kan een hoger percentage worden afgesproken, maar nooit een lager percentage. Van de WMM kan in cao’s of personeelshandboeken namelijk alleen worden afgeweken ten gunste van de werknemer. Bedingen in het arbeidscontract ten nadele van de werknemer zijn nietig. In veel cao’s worden afspraken gemaakt over het tijdstip van betalen of de wijze waarop.
 
Let op!
Werknemers bouwen vakantiegeld op zolang zij in dienst zijn, dus ook als zij ziek zijn. Op het moment van uitdiensttreding moet u het opgebouwde vakantiegeld uitbetalen.
 
Uitzondering
U bent dus verplicht uw werknemers een vakantiebijslag van 8% van hun loon uit te keren. Een uitzondering geldt bij werknemers die een salaris ontvangen van meer dan driemaal het minimumloon. Dan kan in het arbeidscontract worden overeengekomen dat zij minder vakantiebijslag krijgen. Zij hoeven over het meerdere geen vakantietoeslag te ontvangen. Dit betekent dat er voor hen dus een vast bedrag geldt van 8% van driemaal het minimumloon. Een lager percentage dan 8 is dus mogelijk, als de werknemer op jaarbasis maar minimaal 108% van het minimumloon verdient (loon plus vakantiegeld). Dit betekent dus dat iemand die het minimumloon verdient altijd recht heeft op 8% vakantiegeld, maar iemand die meer verdient een lager percentage mag krijgen. Uiteraard moet u als werkgever op het vakantiegeld loonheffing (loonbelasting en premie volksverzekeringen) en premies werknemersverzekeringen inhouden. Hiervoor geldt wel een speciaal tarief.
 
 Waarover wordt vakantiebijslag berekend?
Vakantiebijslag wordt berekend over het brutoloon. Tot dat brutoloon behoort bijvoorbeeld ook provisie, gevarengeld of een prestatietoeslag. Andere, niet direct aan het dienstverband verbonden betalingen gelden niet als loon. Zo hoeft de werkgever geen vakantiebijslag te betalen over verdiensten uit overwerk, uitkeringen bij bijzondere gelegenheden (zoals een jubileumuitkering), winstuitkeringen en onkostenvergoedingen. In de WMM staat uitdrukkelijk vermeld dat ook over de vergoeding die de werkgevers in het kader van de Zorgverzekeringswet aan hun werknemers betalen, geen vakantiebijslag hoeft te worden betaald.
  
Voorbeeld indiensttreding
Stel een werknemer komt 1 oktober in dienst en verdient € 3000 bruto per maand. De reguliere uitbetaling van het vakantiegeld is eind mei. Het vakantiegeld wordt dan berekend over de acht maanden tussen 1 oktober en 31 mei dat de werknemer in dienst is. De werknemer ontvangt dan 8 x € 3000 x 8% = € 1920 (bruto).
 
Voorbeeld uitdiensttreding
Stel een werknemer verdient € 3000 bruto per maand. U betaalt het vakantiegeld jaarlijks eind mei uit. De werknemer heeft recht op vakantiegeld van 8% x 12 x € 3000 = € 2880 (bruto). Stel dat de werknemer eind september uit dienst gaat. Dan heeft hij recht op het resterende vakantiegeld over de maanden juni, juli, augustus en september. Het vakantiegeld bij uitdiensttreding bedraagt dan 4 x € 3000 x 8% = € 960 (bruto).
 
 Tijdstip van uitbetaling
De meeste werkgevers keren de vakantiebijslag uit in mei. De WMM schrijft voor dat uiterlijk in juni de vakantiebijslag moet zijn betaald. Het is toegestaan met een schriftelijke overeenkomst af te wijken van deze regel en af te spreken dat de vakantiebijslag vaker of op een ander tijdstip wordt uitbetaald. De uitbetaling moet wel ten minste eenmaal per kalenderjaar blijven plaatsvinden. Dit betekent dat de vakantiebijslag ook elke maand mag worden uitgekeerd. In het arbeidscontract wordt dan gewoonlijk opgenomen dat het salaris inclusief vakantiegeld is. Houd er in dat geval rekening mee dat de hoogte van het vakantiebijslag wel moet worden vermeld bij de uitbetaling. Als de werknemer uit dienst treedt is de vakantiebijslag altijd direct verschuldigd over het tot dan toe verdiende loon.
 
Te late betaling
Pas op voor te late betaling van de vakantiebijslag, want net als bij te laat uitbetaald loon kan de werknemer dan aanspraak maken op een verhoging. Deze verhoging bedraagt voor de vierde tot en met de achtste werkdag 5% per dag en voor elke volgende werkdag 1%, tot een maximum van 50% van het verschuldigde bedrag. De rechter kan de verhoging wel naar billijkheid matigen.
De verjaringstermijn van een vordering op de vakantiebijslag wijkt af van een gewone loonvordering. Een ‘gewone’ loonvordering verjaart vijf jaar na het tijdstip waarop de uitbetaling had moeten plaatsvinden, terwijl een vordering op de vakantiebijslag al na twee jaar verjaart.
 
Vakantiebonnen
In sommige gevallen wordt de uitbetaling van de vakantiebijslag niet rechtstreeks gedaan door de werkgever, maar door een speciaal fonds. Dit is dan in de cao vastgelegd en komt vooral voor in bedrijfstakken waarin veel van werkgever wordt gewisseld. De werknemer krijgt dan van zijn werkgever vakantiebonnen als hij een bepaald aantal dagen of uren heeft gewerkt. De bonnen kan de werknemer inleveren bij het fonds die vervolgens de vergoedingen uitbetaalt.
 
Advies
Zorg dat de jaarlijkse uitbetaling van het vakantiegeld soepel verloopt en houd de regels in acht. De WMM schrijft voor dat u nooit minder dan 8% van het brutoloon mag uitbetalen en de uitbetaling uiterlijk in juni moet plaatsvinden. In de arbeidsovereenkomst kunt u (aanvullende) afspraken maken over de betaling van vakantiegeld, maar deze bepalingen mogen nooit ten nadele van de werknemer uitpakken.
 
 
Bron: De SalarisAdviseur >>

terug