De Verklaring Omtrent Gedrag, (VOG) is zeer in trek. Werden er in 2005 nog circa 250.000 aanvragen gedaan, dit aantal is verdubbeld naar meer dan 560.000 aanvragen in 2012. Verder maken jongeren tot 23 jaar die met Justitie in aanraking zijn geweest, sneller kans op een verklaring.
Staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie bericht aan de Tweede Kamer dat in 2012 de terugkijktermijn voor jeugdigen tot 23 jaar is verkort van vier naar twee jaar. Jongeren met een strafblad moeten op deze manier makkelijker een stage of werk vinden, omdat ze niet meer jarenlang worden achtervolgd door hun criminele verleden. De terugkijktermijn, die voor deze groep maar twee jaar is in plaats van de gebruikelijke vier jaar, geldt echter niet voor zedendelicten en zware geweldsdelicten.
Terugkijktermijn soms langer
Werknemers moeten een aanvraag voor een ‘verklaring van goed gedrag’ indienen bij de gemeente. Vervolgens wordt de aanvraag beoordeeld door het Centraal Orgaan Verklaring Omtrent het Gedrag (COVOG). De terugkijktermijn voor een eventueel strafblad is normaal gesproken vier jaar. Is er in de afgelopen vier jaar niks crimineels te vinden dan wordt een verklaring afgegeven. Voor sommige branches of beroepen gelden langere termijnen.
Voor leden van de Tweede kamer bijvoorbeeld is de terugkijktermijn 10 jaar. Overigens doet de COVOG geen mededelingen aan werkgevers. Er wordt alleen gecorrespondeerd met de aanvrager van de VOG.
Strafblad in buitenland
Sinds oktober 2012 worden bij alle VOG-aanvragen van personen die werken in de kinderopvang, de jeugdzorg en het onderwijs, de justitiële gegevens uit het EU-land van nationaliteit opgevraagd. Deze procedure wordt toegepast bij aanvragers die een andere EU-nationaliteit hebben dan de Nederlandse. De justitiële gegevens worden uitgewisseld via het Europees Strafregister Informatiesysteem (ECRIS). De buitenlandse juridische gegevens worden meegenomen in de beoordeling van de VOG.
Uitwisseling
Tot december 2012 zijn door Nederland rond de 630 informatieverzoeken uitgezet. Op dit moment wisselt Nederland met het merendeel van de EU-lidstaten (op vrijwillige basis) informatie uit. EU-landen hebben vanaf december 2013 de verplichting om uitvoering te geven aan de richtlijn tot bestrijding van seksueel misbruik en uitbuiting van kinderen, op grond waarvan de justitiële gegevens worden uitgewisseld.
Bron:BC