De vakantieperiode is achter de rug. Vaak een moment waarop werkgevers moeten constateren dat werknemers nog veel vakantiedagen niet hebben opgenomen. Er ontstaat een overschot aan vrije dagen. Dit vormt voor werkgevers een financieel risico, omdat zij er geld voor moeten reserveren. Kan een werknemer worden verplicht om zijn vakantiedagen op te nemen?
Géén verplichting
Het antwoord op de vraag of een werknemer kan worden verplicht om zijn vakantiedagen op te nemen, is nee. De werkgever heeft niet de mogelijkheid om een werknemer te verplichten zijn vakantie op te nemen. Op de werkgever rust ook niet de verplichting om de werknemer op vakantie te sturen. Het opnemen van vakantie is de verantwoordelijkheid van de werknemer zelf. De werkgever is wel verplicht om de werknemer daartoe in de gelegenheid te stellen.
Het is – mede vanuit het oogpunt van goed werkgeverschap – wel aan te raden om werknemers te stimuleren vakantie op te nemen.
Vaststellen vakantie
De hoofdregel is dat de vakantie wordt vastgesteld overeenkomstig de wensen van de werknemer. Dit betreft zowel de aaneengesloten vakantie als losse vakantiedagen. Als werkgever kunt u dit alleen wegens gewichtige redenen, bijvoorbeeld verstoring van de bedrijfsvoering, weigeren.
Van deze hoofdregel kan worden afgeweken in de cao, een personeelshandboek (mits geïncorporeerd) of de arbeidsovereenkomst. Hierin kan bijvoorbeeld vooraf worden vastgesteld in welke periode, bijv. gedurende een bedrijfssluiting of de bouwvak, een werknemer vakantie moet opnemen. De werknemer kan een afwijking hiervan niet afdwingen. Door het maken van duidelijke afspraken vooraf kan een stuwmeer van vakantiedagen dus worden beperkt.
Verval- en verjaringstermijn
Om de werknemer te prikkelen zijn vakantie op te nemen, gelden verval- en verjaringstermijnen. Hierbij is het onderscheid van de wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen van belang. Op grond van de wet heeft een werknemer recht op vakantie van ten minste vier maal de overeengekomen arbeidsduur per week. Dit zijn de wettelijke vakantiedagen. Bijvoorbeeld: bij een wekelijkse arbeidsduur van 40 uur, heeft een werknemer recht op 20 vakantiedagen (40 x 4 : 8 uur per dag). Als in de cao, personeelshandboek of arbeidsovereenkomst méér vakantiedagen zijn overeengekomen, dan wordt het meerdere de bovenwettelijke vakantiedagen genoemd.
Voor de wettelijke vakantiedagen geldt een vervaltermijn. Dit betekent dat na het verstrijken van deze termijn de vakantiedagen gewoonweg komen te vervallen. De werknemer kan deze vakantiedagen dan niet meer opnemen. De vervaltermijn is zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven. De wettelijke vakantiedagen die in het jaar 2016 zijn opgebouwd, vervallen dus per 1 juli 2017.
De vervaltermijn geldt alleen niet in het geval de werknemer in het geheel niet de mogelijkheid heeft gehad om vakantiedagen op te nemen, bijvoorbeeld de zieke werknemer die gedurende het kalenderjaar en de zes maanden erna is vrijgesteld van verplichtingen tot re-integratie. In alle andere gevallen, ook als een werknemer ziek is en kan re-integreren, geldt de vervaltermijn.
Voor de bovenwettelijke vakantiedagen geldt een verjaringstermijn van vijf jaar.
Het is niet mogelijk om van deze termijnen af te wijken ten nadele van de werknemer. Een beding in een arbeidsovereenkomst waarin staat dat de vakantiedagen vervallen indien zij niet voor het einde van het jaar zijn opgenomen, is niet geldig. Het is wel toegestaan om ten voordele van de werknemer hiervan af te wijken, dus bijvoorbeeld de vervaltermijn voor de wettelijke vakantiedagen te verlengen, maar daarmee wordt de prikkel voor de werknemer om zijn vakantiedagen op te nemen ook minder.
Aanmerken ziektedagen als vakantiedagen
In de cao of arbeidsovereenkomst kan worden afgesproken dat ziektedagen worden aangemerkt als vakantiedagen. Dit geldt uitsluitend voor de bovenwettelijke vakantiedagen. De werknemer houdt dus altijd het recht op het wettelijke vastgestelde aantal vakantiedagen. Stel dat een werknemer met een arbeidsduur van 40 uur per week volgens zijn arbeidsovereenkomst recht heeft op 25 vakantiedagen per kalenderjaar, dan kunnen vijf vakantiedagen gedurende het jaar worden afgeschreven in geval van ziekte.
Afkoop vakantiedagen
Ook voor het afkopen van vakantiedagen geldt dat dit niet is toegestaan voor wettelijke vakantiedagen. Deze kunnen alleen na beëindiging van het dienstverband worden afgekocht. Voor de bovenwettelijke vakantiedagen kan wel in een cao, personeelshandboek of arbeidsovereenkomst worden afgesproken dat (een aantal van) de bovenwettelijke vakantiedagen worden afgekocht. Door deze afspraak te maken, wordt voorkomen dat de werknemer ook de bovenwettelijke vakantiedagen meeneemt naar het volgende kalenderjaar. Zo kan een oneindige opbouw van de vakantiedagen toch enigszins worden beperkt.