stufi

​Huidige studenten kunnen gebruik maken van vier faciliteiten: een basisbeurs, een aanvullende beurs, een studentenreisproduct (ov-kaart) en een lening. Van de basisbeurs en de ov-kaart kan iedereen gebruikmaken. Een aanvullende beurs en een lening moeten worden aangevraagd.

De hoogte van de basisbeurs is afhankelijk van de woonsituatie van het kind en onafhankelijk van het inkomen van de ouders. Wel mag het kind niet te veel bijverdienen. Deze grens is in 2015 circa € 13.500. Is het verzamelinkomen hoger dan dit bedrag? Dan moet (een deel van) de ontvangen studiefinanciering worden terugbetaald. Het verzamelinkomen bestaat uit het inkomen in box 1, box 2 en box 3. Dat betekent dat ook de hoogte van het vermogen van het kind een rol kan spelen.

De basisbeurs vervalt voor nieuwe bachelor- en masterstudenten. De overige faciliteiten blijven bestaan. Studenten die vóór 1 september 2015 al studiefinanciering ontvangen en in hun bachelor- of masterfase zitten, houden recht op een basisbeurs voor de duur van die opleiding. Ook voor mbo-studenten blijft deze beurs gewoon bestaan.

Studievoorschot

Op 20 januari heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel ‘Studievoorschot hoger onderwijs’. Nieuwe bachelor- en nieuwe masterstudenten kunnen vanaf 1 september 2015 gebruikmaken van dit studievoorschot. Uw kind kan tot maximaal circa € 1.000 per maand lenen, inclusief eventuele aanvullende beurs. De maximale aanvullende beurs is inkomensafhankelijk. De beurs bedraagt
€ 378 bij een gezamenlijk inkomen van de ouders van € 30.000. Bij een hoger inkomen dan € 46.000 kan geen aanspraak worden gemaakt op deze aanvulling. Voor de student geldt echter geen bijverdiengrens.

Gift en lening

De aanvullende beurs wordt een gift als binnen tien jaar het diploma wordt behaald. Het overige bedrag van het studievoorschot is een lening en moet in beginsel altijd worden terugbetaald. De maximale aflossingstermijn bedraagt 35 jaar. Slechts een beperkt deel van het inkomen boven het wettelijk minimumloon moet worden gebruikt voor aflossing. De resterende schuld na 35 jaar wordt kwijtgescholden.

Voordelg lenen

Uiteraard is over het geleende studievoorschot ook rente verschuldigd. Als iemand studeert en studiefinanciering ontvangt, wordt het rentepercentage ieder jaar opnieuw vastgesteld. Wanneer geen recht meer is op studiefinanciering, wordt het rentepercentage steeds voor vijf jaar vastgesteld. Dit gebeurt op 1 januari volgend op de einddatum van het recht op studiefinanciering. De rente is momenteel erg laag. Voor een student die in 2014 de laatste studiefinanciering heeft ontvangen, staat de rente tot aan 31 december 2019 vast op een jaarlijkse rente van 0,12%.

Maximaal lenen interessant

Vanwege de lage rente kan het voordelig zijn maximaal te lenen. Het geleende bedrag mag vrij worden besteed. Zo kan het bedrag ook op een spaarrekening worden gezet. Het gespaarde geld kan bijvoorbeeld in de toekomst worden gebruikt voor de aankoop van een woning. Wel wordt een opgebouwde studieschuld (beperkt) meegenomen bij het bepalen van de leencapaciteit voor een hypothecaire financiering. De schuld wordt echter niet geregistreerd bij het BKR in Tiel.

Waar moet u op letten?

Om te beoordelen of er recht bestaat op een aanvullende beurs wordt gekeken naar het inkomen van twee jaar terug. Uw inkomen als ondernemer is van veel variabelen afhankelijk. Zo leidt een extra afschrijving of het vormen van een fiscale voorziening tot een lager inkomen. Hierdoor ontstaat wellicht recht op een aanvullende beurs. Als u weet dat uw kind gaat studeren, kan daar met het opstellen van uw jaarrekening en aangifte inkomstenbelasting rekening mee worden gehouden.

Ontvangt u huurtoeslag en blijft uw kind thuis wonen? Kijk dan of dit gevolgen heeft voor uw toeslag. Het inkomen van uw kind telt namelijk mee voor de huurtoeslag. Heeft u kinderen die dit jaar vanaf september gaan het studeren? Laat dan uw aangifte inkomstenbelasting en jaarrekening nog eens kritisch beoordelen. De financiële belangen zijn groot.