Ouderschapsverlof is een wettelijke regeling die is bedoeld om ouders de mogelijkheid te geven om tijdelijk minder te gaan werken. De achterliggende gedachte is dat de ouder tijdens het ouderschapsverlof zorgt voor zijn/haar kind, maar dat is niet verplicht; ouderschapsverlof kan bijvoorbeeld ook opgenomen worden om op vakantie te gaan.
De regeling bestaat in Nederland sinds 1 juli 1997. Het recht op ouderschapsverlof is vastgelegd in de Wet arbeid en zorg.
Recht op ouderschapsverlof
Een ouder heeft recht op ouderschapsverlof voor zijn/haar kind in de leeftijd tot 8 jaar (dus tot en met 7 jaar). Het kind moet op hetzelfde adres wonen als de ouder, en de ouder moet duurzaam zorgen voor het kind. Dit betekent dat ouderschapsverlof ook opgenomen kan worden voor geadopteerde kinderen, stiefkinderen en pleegkinderen.
De ouder heeft wettelijk gezien geen recht op doorbetaling van het loon tijdens het ouderschapsverlof. De werkgever mag wel het loon doorbetalen. De ouder kan het ouderschapsverlof ook financieren door geld op te nemen van zijn levenslooptegoed.
De ouder heeft recht op een hoeveelheid ouderschapsverlof die overeenkomt met 26 keer zijn wekelijkse arbeidsduur. Werkt de ouder normaal gesproken 40 uur per week, dan heeft hij/zij recht op 26 × 40 = 1040 uur ouderschapsverlof. Voor de standaardregeling mag je wekelijks maximaal 50% van je arbeidsduur opnemen. Je mag dan maximaal 20 uur ouderschapsverlof per week opnemen voor de duur van 1 jaar. In overleg met de werkgever mag de ouder het ouderschapsverlof op een andere manier opnemen, bijvoorbeeld uitgesmeerd over een langere of kortere periode, of opgedeeld in een aantal perioden. De hoeveelheid ouderschapsverlof geldt per kind. Ook als de ouder een tweeling heeft, heeft hij/zij recht op twee keer de maximale hoeveelheid ouderschapsverlof.
Een ouder kan niet ontslagen worden omdat hij/zij ouderschapsverlof opneemt. De ouder kan wel tijdens het ouderschapsverlof om een andere reden ontslagen worden.
Sinds 2009 kan iedere ouder die ouderschapsverlof opneemt, aanspraak maken op ouderschapsverlofkorting (een heffingskorting), van 4,07 euro per verlofuur (50% van het wettelijk minimumloon over de verlofuren). Voorheen was deze korting alleen beschikbaar voor deelnemers aan de levensloopregeling.
Ziekte
Als de ouder ziek wordt tijdens het ouderschapsverlof, blijft het ouderschapsverlof gewoon doorlopen. Voor de uren dat je nog aan het werk was tijdens het ouderschapsverlof gelden de normale loondoorbetalingsregels (wettelijk: 70%, eventueel meer op basis van een cao), voor de uren ouderschapsverlof gelden deze niet.