Levensloop voortzetten mág, maar zorg voor voldoende saldo
Qua populariteit moet levensloop het al jaren afleggen tegen spaarloon. Nu beide regelingen op de helling staan, toont juist levensloop een opmerkelijke vitaliteit. Huidige deelnemers van de levensloopregeling kunnen volgend jaar blijven sparen, terwijl het doek voor spaarloon in 2012 definitief valt. Aan het toepassen van de levensloopregeling verbindt de overheid wel een voorwaarde: op 31 december 2011 moet een saldo van 3.000 euro op een individuele levenslooprekening staan.
In de levensloopregeling spaart uw werknemer maximaal twaalf procent van zijn bruto jaarloon. Hij kan zijn levenslooptegoed altijd vrij opnemen. Daar staat tegenover dat het tegoed uitsluitend bestemd is voor de financiering van verlof. Het fiscale voordeel van de levensloopregeling bestaat ‘slechts’ uit de korting die de werknemer ontvangt bij opname van zijn levensloopregeling: maximaal 185 euro per kalenderjaar. Natuurlijk, de ‘levensloper’ hoeft in eerste instantie geen loonheffing en zorgverzekeringspremie (overigens wel sociale premies) te betalen, maar deze is hij alsnog verschuldigd als hij een bedrag opneemt van zijn levenslooprekening.
Het kabinet heeft altijd moeite gehad met uitleggen dat levensloop méér is dan een sigaar uit eigen doos. De mogelijkheid tot voortzetting is daarom opvallend. Daarvoor moet een werknemer aan het einde van het jaar wel 3.000 euro op zijn levenslooprekening hebben staan. Ook een werknemer die nog niet deelneemt, maar dat wèl wil doen èn vóór 31 december 3.000 euro stort, kan in de toekomst voor verlof blijven sparen.
Bron: Alfa Accountants