Een kort dienstverband staat niet automatisch gelijk aan een probleemloos afscheid. Hieronder een paar juridische uitspraken die dat bevestigen.
Een werkgever confronteerde een werknemer binnen een jaar na zijn in diensttreding met klachten over zijn functioneren. De werknemer herkende zich daarin niet. Desondanks zag zijn baas voldoende aanleiding hem op non-actief te stellen en de kantonrechter ontbinding van het dienstverband te vragen. De kantonrechter was van mening dat de werkgever verwijtbaar was in deze kwestie. Ondanks het korte dienstverband kende hij een vergoeding toe van Euro 75.000,00. Naar zijn oordeel had de werkgever na zijn eenmalige kritiek niet direct tot contractbeeindiging moeten overgaan. Het starten van verbetertraject had meer voor de hand gelegen. Door de non-actiefstelling stuurde de werkgever bovendien aan op een verstoorde arbeidsverhouding. Bij het oordeel van de kantonrechter woog ook het concurrentiebeding mee dat beide partijen waren overeengekomen.
Het tweede voorbeeld. In dit geval ontving een zieke werkneemster tijdens haar proeftijd een opzeggingsbrief. Ze ontving de brief een dag nadat zij haar werkgever had geinformeerd over het feit dat tijdens een operatie kanker bij haar was geconstateerd.
De Commissie Gelijke Behandeling oordeelde dat dit ontslag berustte op discriminatie. De werkgever had namelijk onderscheid gemaakt op basis van handicap of chronische ziekte. Dat mag niet.
Ook bij kortdurende kontrakten is het raadzaam te voorzien in een goede dossieropbouw of advies in te winnen. Het kan veel kosten besparen. Dat blijkt....
Bron: mensinbedrijf