De contractuele loonkosten (cao-lonen plus werkgeverspremies) stegen met 1,9 procent in het eerste kwartaal van 2016. In 2015 lag de contractuele loonkostenstijging nog onder de stijging van de cao-lonen. Dat deze nu weer iets boven die van de cao-lonen ligt, komt doordat werkgevers meer bijdragen aan WAO- en WW-premies. De stijging van de contractuele loonkosten werd nog enigszins afgeremd door lagere pensioenpremies bij het ABP, de werkgeversheffing Zorgverzekeringswet en premies bij verschillende sectorfondsen.
In het eerste kwartaal van 2016 was de cao-loonstijging driemaal zo groot als de inflatie (0,6 procent). Tot halverwege 2014 stegen de cao-lonen minder hard dan de inflatie.
De lonen bij de overheid stegen met 3,1 procent sneller dan bij de particuliere (1,6 procent) en de gesubsidieerde sector (1,3 procent). Dit komt voornamelijk door de loonontwikkeling van de cao’s bij Defensie, Politie, Rijk en Rechterlijke macht in de afgelopen twaalf maanden.
De stijging van de contractuele loonkosten bij de overheid valt juist een stuk lager uit dan bij de andere sectoren omdat de werkgeverspremie voor pensioenfonds ABP is verlaagd. Meer dan de helft van de overheidscao’s is overigens buiten beschouwing gebleven, omdat er bij deze cao’s op dit moment nog geen akkoord bereikt is.
Bron: CBS